Meeste Eritreeers niet gehoord
Zowel Eritrese loyalisten als critici van het bewind krijgen een podium in de Nederlandse media, maar de meerderheid van de Eritreeërs wordt niet gehoord, stelt Sennay Ghebreab.
Met hun gestileerde afro zien ze er cool en modieus uit. Vertrouwd en zelfverzekerd ook. Bovendien spreken ze goed Nederlands, soms zelfs met een echt Brabants accent. Je zou hun beweringen zo geloven, of op zijn minst aannemelijk achten.
Het gaat hier om een groep trouwe aanhangers van het regime in Eritrea. Deze loyalisten doken de afgelopen weken veelvuldig op in de media om 'namens' de Eritrese gemeenschap een ander beeld te geven over Eritrea en Eritrese vluchtelingen in Nederland.
Eritrea, zo beweren zij, kent allerlei politieke en economische problemen door toedoen van Ethiopië en de VS, maar is zeker niet de dictatuur die de media ons voorspiegelen. Je kunt er zeggen en doen wat je wilt. Je kunt er gaan en staan waar je wilt. Dat veel jongeren het land verlaten, is met name omdat ze het elders nog beter kunnen hebben, nog meer geld kunnen verdienen. Sterker nog, zo is de bewering, deze economische vluchtelingen zijn de schuld van het Westen, dat hun een paradijs voorspiegelt.
Dat de grote massa vluchtelingen een ander geluid laat horen, doet er volgens de loyalisten niet toe. Deze vluchtelingen zeggen uiteraard van alles om hier een verblijfsvergunning te bemachtigen. Het is evenmin van belang dat de VN, de Nederlandse overheid en onafhankelijke wetenschappers op basis van grootschalige studies wijzen op de inhumane situatie in Eritrea. Die behartigen immers het eigen belang. Nee, alleen de loyalisten schijnen precies te weten hoe het zit. Ze weten zelfs beter dan Fred Teeven hoeveel 'echte' Eritrese vluchtelingen aankomen in Nederland.
Het is een werkwijze die in Nederland al jaren met succes wordt toegepast in de strijd tussen kritische Eritreeërs en loyalisten: harde feiten ondermijnen, halve waarheden projecteren, en indien nodig individuen intimideren. Deze werkwijze begon zich kort na de onafhankelijkheid in 1993 te manifesteren. Kritische Eritreeërs werd de mond gesnoerd, en onafhankelijke initiatieven werden ontmanteld of overgenomen. Vaak gebeurde dit subtiel, over een langere periode en onder het toeziend oog van de Eritrese ambassade. Onlangs gaf oud-ambassadeur Andebrhan Welde Giorgis nog toe dat Eritreeërs in Nederland worden afgeperst.
Nu, meer dan twintig jaar later, zijn de meeste Eritrese organisaties overgenomen door loyalisten. Mediaoptredens van deze organisaties representeren dan ook niet de Eritrese gemeenschap in Nederland, zoals wordt gesuggereerd, maar behartigen de belangen van loyalisten. Omdat dit niet bekend is bij de Nederlandse media, is het moeilijk journalisten kwalijk te nemen dat zij loyalisten laten spreken 'namens' de Eritrese gemeenschap. Bovendien krijgen ook kritische Eritreeërs vaker een podium om hun verhaal te doen.
Tussen de openlijk kritische Eritreeërs en de loyalisten, zit de niet gehoorde meerderheid. Eritreeërs in deze groep weten niet meer wie of wat ze moeten geloven of hebben de handdoek in de ring gegooid. Ik behoor tot de zwijgende meerderheid, maar ik neem de grootst mogelijke afstand van het gedachtegoed en de werkwijze van de Eritrese loyalisten! Stellen dat de massale toestroom van Eritrese vluchtelingen naar Nederland een economische basis heeft, mist elke realiteitszin.
Sennay Ghebreab is verbonden aan de UvA. Hij schrijft deze bijdrage op persoonlijke titel.