top of page

De voetsoldaat en de "barmhartige Samaritaan"

(English translation below)

Eritrese oudkomers die Eritrese nieuwkomers in Nederland zeggen te helpen integreren en participeren, maar ondertussen ervoor zorgen dat het vuile was zoveel mogelijk binnen blijft, belemmeren de kansen van die nieuwkomers op actieve deelname aan de maatschappij.

Vijf jaar geleden schreef ik het volgende in mijn opiniestuk voor het Parool [1]: “Het is een werkwijze die in Nederland al jaren met succes wordt toegepast in de strijd tegen kritische Eritreeërs: harde feiten ondermijnen, halve waarheden projecteren, en indien nodig individuen intimideren. Deze werkwijze begon zich kort na de onafhankelijkheid in 1993 te manifesteren. Kritische Eritreeërs werd de mond gesnoerd, en onafhankelijke initiatieven werden ontmanteld of overgenomen. Vaak gebeurde dit subtiel, over een langere periode en onder het toeziend oog van de Eritrese ambassade.”

Mijn opiniestuk ging over Eritrese oudkomers die in de Nederlandse media beweerden dat Eritrese nieuwkomers geen politieke of humanitaire, maar economische vluchtmotieven hebben. Deze oudkomers bleken voetsoldaten van het Eritrese regime te zijn, met de opdracht critici de mond te snoeren, en het dictatoriale imago van het regime in Nederland op te poetsen [2]. Gemeenten en instanties in Nederland waren nauwelijks op de hoogte hiervan, en daarom een makkelijke speelbal voor deze voetsoldaten. Zo zette de IND Eritrese voetsoldaten in als tolken voor nieuwkomers, en bracht het daarmee nieuwkomers in de machtsferen van het regime waarvoor die nieuwkomers nou juist net gevlucht zijn [3]. Sinds hun publieke ontmaskering in de media [4], en in de rechtbank [5], lijken Eritrese voetsoldaten in Nederland zich gedeisd te houden.

Maar schijn bedriegt, want het stokje is overgedragen aan een nieuw soort voetsoldaat: Eritrese oudkomers die Eritrese nieuwkomers in Nederland zeggen te helpen integreren, maar ondertussen ervoor zorgen dat het vuile was zoveel mogelijk binnen blijft. Deze "barmhartige Samaritanen" bagatelliseren en vergoelijken zorgelijke ontwikkelingen en misstanden binnen de Eritrese gemeenschap, en ondermijnen kritische media-artikelen en onderzoeksrapporten. Dit doen ze onder andere door het verspreiden van feitelijke onjuistheden, halve waarheden en verkeerde interpretaties. Natuurlijk allemaal zoveel mogelijk in het Tigrinya, en zo min mogelijk in het openbaar, want op pottenkijkers van buiten de eigen gemeenschap staan ze niet te wachten.

Een voorbeeld is het eind 2018 verschenen rapport “Eritrese Statushouders in Nederland” van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) [6]. Dit rapport is het resultaat van een kwalitatief onderzoek onder Eritrese statushouders met het doel een bijdrage te leveren aan inzicht in de achtergronden en leefsituatie van recent gearriveerde groep Eritreeërs. Het onderzoek is breed uitgevoerd met ruime aandacht aan het perspectief van statushouders zelf, maar ook voor dat van (ervarings)deskundigen. De conclusies van het rapport bevestigen wat al bekend was uit eerdere onderzoeken: er is sprake van een enorme kloof tussen Eritrese nieuwkomers en de samenleving, en die kloof komt zowel door de achtergrond en vluchtervaringen van nieuwkomers als door overregulering en onrealistische inburgeringseisen in Nederland [7].

Het SCP rapport heeft veel stof doen opwaaien in de Eritrese gemeenschap: men vindt dat er weer negatief wordt geschreven over Eritreeërs op basis van verhalen van enkelen. De commotie viel te verwachten, want ervaring leert dat na elk kritisch mediabericht of onderzoeksrapport over Eritreeërs – hoe onderbouwd ook – Eritrese voetsoldaten met man en macht de gemeenschap ophitsen tegen critici, met als gevolg een hetze tegen individuen of groepen. Dit was niet anders na mijn kritische reflectie in de Volkskrant op de Eritrese gemeenschap in Nederland en vooral op de zogenaamde gemeenschapsleiders [8]. Wat de ophef rond het SCP rapport anders maakt, is dat het razendsnel is ontstaan onder jonge Eritrese nieuwkomers in kwetsbare en vaak ongeïnformeerde posities.

Inmiddels is duidelijk dat de ophef is aangewakkerd en aangestuurd door Eritrese voetsoldaten. Zo verspreidt de beruchte Negasi Tsegai al enige maanden lang een document [9] met bewuste misrepresentaties en misinterpretaties van het SCP rapport en de media daarom heen. Het document is geschreven in het Tigrinya, en wordt verspreid op plekken waar Negasi Tsegai zegt nieuwkomers te ondersteunen, zoals buurthuizen, taalscholen en religieuze bijeenkomsten. Verschillende Eritrese nieuwkomers hebben in vertrouwen melding gemaakt van de verspreiding van het document. Ook van het feit dat hij nieuwkomers oproept om afstand te nemen van, en aangifte te doen tegen SCP onderzoekers. Hij blijkt zelfs Eritrese nieuwkomers te intimideren en te bedreigen met het doorgeven van informatie aan het regime in Eritrea als zij niet meewerken. Het is daarom niet gek dat Eritrese nieuwkomers niet snel aangifte doen van deze praktijken.

Anderen ondermijnen het SCP rapport en media-aandacht daarop via social media. In veel bekeken video’s [10] zegt Ariam Berhane bijvoorbeeld het volgende: “Nederlandse journalisten zouden geen negatieve artikelen schrijven over Eritrese nieuwkomers als dat ene meisje dit niet zou zeggen”. Ze refereert hier naar Bet-El Teklemariam, een van de medeauteurs van het SCP rapport en iemand die zich al jaren onbetaald inzet voor Eritrese nieuwkomers in schrijnende situaties [11], op verzoek van nieuwkomers zelf. Hier doet Ariam bewust of onbewust dat wat Eritrese voetsoldaten al jaren doen: een of enkele personen uitlichten, verdacht maken en vervolgens alle problemen projecteren op die persoon. Dit is de modus operandi van de Eritrese voetsoldaat waarmee Eritreeërs zoals Meron Estefanos [12] en priester Mussie Zerai [13] - die openlijk wijzen op mistanden rondom en inhumane behandeling van Eritreeërs in Eritrea en daarbuiten - dagelijks te maken hebben. Geen wonder dat bezorgde Eritrese nieuwkomers in Nederland aan de bel trekken over het beeld dat Ariam Berhane schetst.

Verder zegt Ariam Berhane het volgende over het SCP rapport: “Dit rapport is gebaseerd op 22 deskundigen over Eritrea, maar bestaat er wel zoiets als deskundige over Eritrea? Wij zijn alle deskundig! Moeten wij geloven wat deze 22 (deskundigen) zeggen, of wat 5000 andere Eritreeërs zeggen… Wij (Eritreeërs) moeten laten zien wie we zijn en wat we kunnen”. Ook dit is weer heel karakteristiek voor Eritrese voetsoldaten: het ondermijnen van deskundigen als dat wat deskundigen zeggen kritisch is over Eritrea of de Eritrese gemeenschap. In hun wereld is een deskundige alleen deskundig als hij of zij iets positiefs te zeggen heeft over Eritrea en Eritreeers. Bovendien appelleert Ariam op subtiele wijze aan het wij-tegen-zij gevoel bij Eritrese nieuwkomers, een gevoel dat het Eritrese regime decennia lang heeft gecultiveerd. Dit is zorgwekkend als je bedenkt dat Ariam Berhane claimt zich in te zetten voor integratie van Eritrese nieuwkomers in Nederland.

Het blijft niet bij deze twee voorbeelden: op verschillende plaatsen het land zijn Eritrese

voetsoldaten - vermomd als barmhartige Samaritaan - bezig Eritrese nieuwkomers de mond te snoeren en voor zich te winnen. Wie denkt dat het om een beperkt aantal voetsoldaten gaat, of om kleine machtssferen, vergist zich schromelijk en heeft niet geleerd van hoe het er in het verleden aan toe ging in de Eritrese gemeenschap. De nieuwe geo-politieke situatie in Eritrea heeft - zoals velen hopen - zeker nog niet geleid tot openheid en toerekenbaarheid in Eritrea of Eritrese gemeenschappen in diaspora. Er is nog steeds een netwerk actief van Eritrese voetsoldaten, waaronder zelf-benoemde biechtvaders, die zich via geloof en gerucht toegang verschaffen tot een groot deel van Eritrese nieuwkomers om hen te controleren. Dit komt de integratie en participatie van Eritrese nieuwkomers bepaald niet ten goede. Sterker, Eritrese voetsoldaten creëren een voedingsbodem voor problemen, onder andere door problemen als huiselijk geweld en zelfdoding te negeren, bagatelliseren en ontkennen.

Uiteraard zijn niet alle Eritrese oudkomers voetsoldaten. Gelukkig geven steeds meer Eritrese oudkomers transparant en verantwoord ondersteuning aan Eritrese nieuwkomers. Ook onder de Eritrese nieuwkomers zelf zijn er professionals en deskundigen die geweldig werk verrichten. Daarmee lijkt het zelf-corrigerend vermogen onder Eritreeers langzaam op gang te komen. Maar velen blijven het moeilijk vinden om openlijk te doen wat ze intern wel doen: het erkennen van problemen en misstanden onder Eritrese nieuwkomers, en in de Eritrese gemeenschap in het algemeen. Sommigen uit angst om te stigmatiseren en van stigmatisering beschuldigd te worden - en zich daarom alleen richten op positieve ontwikkelingen - en anderen omdat ze weten dat je geen brood kunt verdienen door je als criticaster of klokkenluider op te stellen. Dat is een gemiste kans, want het collectieve herkennen, erkennen en benoemen van problemen is voorwaarde voor de structurele oplossingen waar bijna iedereen vurig op hoopt.

Daarbovenop komt het volgende: omdat ze de Eritrese taal en cultuur (zeggen te) kennen, zetten gemeenten en instanties Eritrese voetsoldaten in voor ondersteuning van Eritrese nieuwkomers, en voor het geven van voorlichting aan gemeenten en instanties. Dit is ook het geval (geweest) met Negasi Tsegai en Ariam Berhane. Hiermee vergroten die gemeenten en instanties het bereik van Eritrese voetsoldaten, en verkleinen ze kansen van Eritrese nieuwkomers op actieve deelname in de samenleving. Dit gebeurt vaak uit onwetendheid, maar soms ook uit onverschilligheid. Want gemeenten en instanties zetten soms liever een twijfelachtige Eritrese figuur in, dan de moeite te nemen een geschikte persoon te rekruteren en in te zetten. Gemeenten en instanties moeten immers ook hun targets halen, en kiezen daarom soms eerder voor snelle oplossingen dan voor goede.

Het onderscheiden van twijfelachtige Eritrese figuren en voetsoldaten van competente en integere personen is ook niet makkelijk. Maar als hier geen werk van wordt gemaakt, zal het op lange termijn alleen maar leiden tot grotere integratie- en participatieproblemen. Sommige gemeenten en instanties zijn zich hier van bewust en leiden zelf Eritrese sleutelpersonen en culturele mediators op voor ondersteuning van nieuwkomers. Een heel goed begin! Maar opleiden alleen voldoet niet. Kwaliteit van ondersteuning moet ook getoetst worden, en geëvalueerd door diegenen die de ondersteuning ontvangen: nieuwkomers zelf. Door nieuwkomers serieus te nemen en hen een veilige en vertrouwde omgeving te bieden voor evaluatie, filter je niet alleen maar de voetsoldaten eruit, maar professionaliseer je ook de keten van ondersteuning. Ik pleit al enige tijd bij overheid, gemeenten en instanties om kwaliteitstoetsing in de context van ondersteuning aan nieuwkomers net zo serieus te nemen als in andere takken van welzijn en maatschappelijke dienstverlening [14].

Mijn Volkskrant interview van 2015 over mijn zorgen over Eritrese nieuwkomers in Nederland eindigde ik met een positieve noot: “Je kunt het ook positief bekijken: misschien is de groep Eritrese vluchtelingen die nu komt zo groot, dat het onmogelijk is hen allemaal te beïnvloeden en te isoleren in de eigen gemeenschap”. Terug kijkend denk ik dat ik toen misschien iets te positief was. De afwezigheid van openheid, morele leiderschap en verantwoording in de Eritrese gemeenschap, de onwetendheid en onverschilligheid bij sommige Nederlandse gemeenten en organisaties over deze gemeenschap, en het gemak die social media bieden om geruchten en fake news te verspreiden, maken de beïnvloeding van Eritrese nieuwkomers door voetsoldaten een lastige om op te lossen. Maar niks doen is ook geen optie, dat biedt alleen maar meer ruimte voor de voetsoldaat en minder voor de echte barmhartige Samaritaan.

The foot soldier and the "Good Samaritan"


Eritrean oldcomers who claim to help Eritrean newcomers in the Netherlands integrate and participate, but meanwhile ensure that the dirty laundry stays inside as much as possible, hinder the chances of those newcomers to actively participate in society.


Five years ago I wrote the following in my opinion piece for the Parool [1]: "It is a working method that has been used successfully in the Netherlands for years in the fight against critical Eritreans: undermining hard facts, projecting half-truths, and if necessary intimidating individuals. This modus operandi began to manifest itself shortly after independence in 1993. Critical Eritreans were gagged, and independent initiatives were dismantled or taken over. Often this was done subtly, over an extended period of time and under the watchful eye of the Eritrean Embassy."


My opinion piece was about Eritrean ex-combatants who claimed in the Dutch media that Eritrean newcomers do not have political or humanitarian, but economic, flight motives. These old comers turned out to be foot soldiers of the Eritrean regime, with the task to silence critics, and to polish the dictatorial image of the regime in the Netherlands [2]. Municipalities and institutions in the Netherlands were hardly aware of this, and therefore an easy plaything for these foot soldiers. The IND, for instance, used Eritrean foot soldiers as interpreters for newcomers, and in doing so brought newcomers into the spheres of power of the very regime these newcomers had fled [3]. Since their public exposure in the media [4], and in court [5], Eritrean foot soldiers in the Netherlands seem to keep a low profile.


But appearances can be deceiving, because the baton has been handed over to a new kind of foot soldier: Eritrean old comers who claim to help Eritrean newcomers in the Netherlands integrate, but meanwhile ensure that the dirty laundry stays inside as much as possible. These "Good Samaritans" trivialize and whitewash worrisome developments and abuses within the Eritrean community, and undermine critical media articles and research reports. They do this by spreading factual errors, half-truths and misinterpretations, among other things. Of course they do this as much as possible in Tigrinya, and as little as possible in public, because they don't like prying eyes from outside their own community.


An example is the report "Eritrean Statusholders in the Netherlands" published at the end of 2018 by the Social and Cultural Planning Office (SCP) [6]. This report is the result of a qualitative research among Eritrean status holders with the aim to contribute to an understanding of the backgrounds and living situation of recently arrived group of Eritreans. The research has been conducted in a broad sense, with ample attention for the perspective of the status holders themselves, but also for that of (experience) experts. The conclusions of the report confirm what was already known from previous studies: there is a huge gap between Eritrean newcomers and society, and this gap is caused by both the background and refugee experiences of newcomers and by overregulation and unrealistic integration requirements in the Netherlands [7].


The SCP report has caused a lot of commotion in the Eritrean community: people think that once again negative things are being written about Eritreans based on the stories of a few. The commotion was to be expected, because experience shows that after every critical media report or research report on Eritreans - no matter how well-founded - Eritrean foot soldiers stir up the community against critics, resulting in a smear campaign against individuals or groups. This was no different after my critical reflection in the Volkskrant on the Eritrean community in the Netherlands and especially on the so-called community leaders [8]. What makes the fuss around the SCP report different is that it was created at lightning speed among young Eritrean newcomers in vulnerable and often uninformed positions.


By now, it is clear that the fuss has been sparked and driven by Eritrean foot soldiers. For example, for several months now the notorious Negasi Tsegai has been distributing a document [9] with deliberate misrepresentations and misinterpretations of the SCP report and the media surrounding it. The document is written in Tigrinya, and is distributed in places where Negasi Tsegai claims to support newcomers, such as community centers, language schools, and religious gatherings. Several Eritrean newcomers have reported the distribution of the document in confidence. Also of the fact that he calls on newcomers to distance themselves from, and report SCP researchers. He even appears to intimidate Eritrean newcomers and threaten them with passing information to the regime in Eritrea if they do not cooperate. It is therefore not surprising that Eritrean newcomers do not readily report these practices.


Others undermine the SCP report and media coverage of it through social media. For example, in widely viewed videos [10] Ariam Berhane says the following: "Dutch journalists would not write negative articles about Eritrean newcomers if that one girl did not say this". Here she is referring to Bet-El Teklemariam, one of the co- authors of the SCP report and someone who has been working unpaid for Eritrean newcomers in distressing situations for years [11], at the request of newcomers themselves. Here Ariam is consciously or unconsciously doing what Eritrean foot soldiers have been doing for years: singling out one or a few individuals, making them suspicious and then projecting all the problems onto that person. This is the modus operandi of the Eritrean foot soldier that Eritreans such as Meron Estefanos [12] and priest Mussie Zerai [13] - who openly point out wrongdoings surrounding and inhumane treatment of Eritreans in Eritrea and beyond - face on a daily basis. No wonder that concerned Eritrean newcomers in the Netherlands are sounding the alarm about the picture painted by Ariam Berhane.


Furthermore, Ariam Berhane says the following about the SCP report: "This report is based on 22 experts on Eritrea, but is there such a thing as expert on Eritrea? We are all experts! Should we believe what these 22 (experts) say, or what 5000 other Eritreans say... We (Eritreans) have to show who we are and what we can do". Again, this is very characteristic of Eritrean foot soldiers: undermining experts if what experts say is critical of Eritrea or the Eritrean community. In their world, an expert is only expert if he or she has something positive to say about Eritrea and Eritreans. Moreover, Ariam subtly appeals to the us-against-them feeling among Eritrean newcomers, a feeling that the Eritrean regime has cultivated for decades. This is worrying when you consider that Ariam Berhane claims to dedicate herself to the integration of Eritrean newcomers in the Netherlands.


It does not stop with these two examples: in several places the country Eritrean

foot soldiers - disguised as Good Samaritans - are working to silence Eritrean newcomers and win them over. Those who think that this is about a limited number of foot soldiers, or small spheres of power, are grossly mistaken and have not learned from how things were in the Eritrean community in the past. The new geo- political situation in Eritrea - as many hope - has certainly not yet led to openness and accountability in Eritrea or Eritrean communities in diaspora. There is still an active network of Eritrean foot soldiers, including self- appointed confessors, who gain access to a large proportion of Eritrean newcomers through faith and rumor to control them. This is by no means conducive to the integration and participation of Eritrean newcomers. Indeed, Eritrean foot soldiers create a breeding ground for problems, including by ignoring, downplaying and denying problems such as domestic violence and suicide.


Of course, not all Eritrean former immigrants are foot soldiers. Fortunately, more and more Eritrean oldcomers are providing transparent and responsible support to Eritrean newcomers. Also among the Eritrean newcomers themselves, there are professionals and experts doing great work. With that, the self-correcting capacity among Eritreans seems to be slowly getting started. But many continue to find it difficult to do openly what they do internally: acknowledge problems and abuses among Eritrean newcomers, and in the Eritrean community at large. Some out of fear of stigmatizing and being accused of stigmatizing - and therefore focusing only on positive developments - and others because they know that you can't make a living by acting as a critic or whistleblower. This is a missed opportunity, because the collective recognition, acknowledgement and naming of problems is a prerequisite for the structural solutions that almost everyone fervently hopes for.


On top of that, because they (claim to) know the Eritrean language and culture, municipalities and agencies deploy Eritrean foot soldiers to support Eritrean newcomers, and to provide information to municipalities and agencies. This is (has been) also the case with Negasi Tsegai and Ariam Berhane. In doing so, those municipalities and agencies increase the reach of Eritrean foot soldiers, and reduce opportunities for Eritrean newcomers to actively participate in society. This often happens out of ignorance, but sometimes also out of indifference. After all, municipalities and agencies sometimes prefer to deploy a questionable Eritrean figure, rather than take the trouble to recruit and deploy a suitable person. After all, municipalities and agencies also have to meet their targets, and therefore sometimes opt for quick solutions rather than good ones.


Distinguishing questionable Eritrean figures and foot soldiers from competent and incorruptible individuals is also not easy. But if this is not addressed, it will only lead to greater integration and participation problems in the long run. Some municipalities and agencies are aware of this and are themselves training Eritrean key persons and cultural mediators to support newcomers. A very good start! But training alone is not enough. Quality of support should also be tested and evaluated by those who receive the support: newcomers themselves. By taking newcomers seriously and offering them a safe and trusted environment for evaluation, you don't just filter out the foot soldiers, you also professionalize the chain of support. I have been pleading with government, municipalities and agencies for some time to take quality assessment in the context of support to newcomers as seriously as in other branches of welfare and social services [14].


My 2015 Volkskrant interview about my concerns about Eritrean newcomers in the Netherlands I ended on a positive note: "You can also look at it positively: maybe the group of Eritrean refugees coming now is so big that it is impossible to influence and isolate them all in their own community." Looking back, I think I may have been a little too positive at the time. The absence of openness, moral leadership and accountability in the Eritrean community, the ignorance and indifference of some Dutch municipalities and organizations about this community, and the ease that social media offers to spread rumors and fake news, make the influence of Eritrean newcomers by foot soldiers a difficult one to solve. But doing nothing is also not an option, which only leaves more room for the foot soldier and less for the true Good Samaritan.


[1 ] “Meeste Eritreeers worden niet gehoord”. Opinie Sennay Ghebreab, Parool, juni 2014.

[2] “Het racisme debat als een Eritrese paard van Troje”. Opinie Sennay Ghebreab, Voorbeeld Allochtoon, 2015.

[7] Problemen van Eritrese Vluchtelingen: angst, alcohol en frustratie. Interview Bet-El Teklemariam, NRC, november 2018.

[8] "Ze wonen hier in klein Eritrea". Interview Sennay Ghebreab, Volksrant, november 2015

[11] "Veilig thuis? Nooit van gehoord". Argos NPO radio, juni 2018

[14] "De complexe realiteit van Eritreeers in Nederland". Sennay Ghebreab, december 2017.

Recent Posts
bottom of page