top of page

Over botsingen tussen voor- en tegenstanders van het Eritrese regime in Nederland




Het was weer eens een weekend vol verzoeken van journalisten voor duiding. Zaterdag over OpenAI’s Sora, en zondag over de rellen in Den Haag tussen voorstanders en tegenstanders van het Eritrese regime. Hoewel veel nog onduidelijk is over deze rellen, en onderzoeken gaande zijn, is er over de achtergrond al behoorlijk wat bekend. Enkele opmerkingen/duidingen volgen, maar allereerst wil ik benadrukken dat deze rellen te betreuren zijn en dat wetsovertreders moeten worden opgespoord, vervolgd en gestraft.

 

Over wie gaat het precies? Voorstanders zijn Eritreeërs die veelal in de jaren 70, 80 en 90 naar Nederland zijn gekomen op de vlucht voor het Ethiopische regime. Tegenstanders zijn veelal Eritreeërs die in de afgelopen twee decennia naar Nederland zijn gekomen op de vlucht voor het eigen Eritrese regime. Een beschrijving van deze twee generaties Eritreeërs in Nederland is te vinden in [1]. In de afgelopen jaren is de scheiding tussen deze twee groepen diffuser geworden: Eritrese oudkomers zijn tegenstanders geworden, en Eritrese nieuwkomers zijn voorstanders geworden (al dan niet onder intimidatie).

 

In de Nieuwsuur uitzending van zondag 18 februari bieden tegenstanders hun excuses voor de geëscaleerde rellen op zaterdagavond 17 februari in Den Haag. Het valt echter te bezien of tegenstanders volledige verantwoordelijk zijn voor deze escalatie. Het is niet ondenkbaar dat voorstanders - vermomd als tegenstanders - bij hebben gedragen aan de escalatie omvoorstanders in diskrediet te brengen, zoals Prof. Mirjam van Reisen gister opmerkte in diezelfde Nieuwsuur uitzending. Het onderzoeksrapport over de Eritrese gemeenschap in Nederland – in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - heet niet voor niets Niets is wat het lijkt [2]. 

 

Hoe dan ook, de rellen in Den Haag mogen niet als een verrassing komen. Al jarenlang worden Nederlandse politici, ambtenaren en bestuurders gewezen op de intimidatiepraktijken van voorstanders van het regime [3], op de noodzaak voor zorg voor tegenstanders van het regime [4], en op de groeiende spanning tussen voor- en tegenstanders [5]. Ondanks toenemende rellen, zowel hier als in het buitenland, werden deze spanningen vaak afgedaan als te complex om er wat mee te doen of kregen ze simpelweg geen prioriteit. Daarom lijken de geschokte reacties van politici, ambtenaren en bestuurders, en hun vragen hoe het zo uit de hand heeft kunnen lopen, voornamelijk voor de bühne te zijn.

 

De onwetendheid, onverschilligheid en geslepenheid waarmee sommige politici nu reageren op deze rellen draagt niet bij aan een oplossing. Het versterkt helaas wel de anti-immigratiesentimenten in Nederland, vrees ik. Het ondersteunen van voorstanders van het regime door oud-politici zoals oud-CDA Kamerlid Myra Koomen, onder het mom van vertegenwoordiging van de Eritrese gemeenschap, is eveneens contraproductief. Haar bewering in Nieuwsuur dat er afgelopen weekend in Den Haag "geen politiek werd bedreven" is op zijn best naïef en voedt de problemen eerder. Ze herhaalt eerder gemaakte fouten door individueen en instanties in Nederland  [6].

 

In plaats van haastig en oppervlakkig te reageren, is het belangrijk om vanuit de kern van de situatie te denken en te handelen. De tegenstanders van het regime vechten immers tegen onderdrukking en voor vrijheid en rechtvaardigheid, niet alleen voor henzelf maar ook voor anderen in en buiten Eritrea [7]. Zo wijzen ze er terecht op dat de strijd tegen het Eritrese regime ook een strijd is voor vrijheid in Europa, gezien de innige banden tussen het Eritrese regime en autocratieën als Rusland, dat in Europa nu ook steeds meer wordt beschouwd als een bedreiging voor de democratie.

 

Vanuit deze kern beschouwd is het simplistische frame dat Eritreeërs een interne strijd voeren in Nederland en alle betrokkenen moeten worden uitgezet waar dat kan, uitermate beperkt en naïef. Het is betreurenswaardig dat de tegenstanders van het regime zich niet gehoord, gezien of gewaardeerd voelen voor hun strijd voor vrijheid en rechtvaardigheid, en dit uiten door frustratie en geweld. Uiteraard is geweld nooit de oplossing, dialoog wel. Hoe die dialoog te faciliteren en in te zetten voor het versterken van vrijheid, rechtvaardigheid en democratie, zou nu de kernvraag moeten zijn.

 

Na de onrust in Den Haag benadrukte Burgemeester Van Zanen “dat de informatiepositie onder deze gemeenschap nog verder moet worden versterkt”. Als hij doelt op het geïnformeerd verbeteren van de communicatie en dialoog tussen zowel voor- als tegenstanders van het regime, verdient dit lof.  Dit had al veel eerder moeten gebeuren, maar eerdere oproepen van experts werden genegeerd [8]. Nu is er echter een kans om alsnog actie te ondernemen. Het is veel constructiever om oplossingen te zoeken langs deze lijnen dan toe te geven aan impulsieve en onhaalbare ideeën die voortkomen uit de waan van de dag

 

Ten slotte. Het is precies tien jaar geleden dat ik - na veel wikken en wegen vanwege mogelijke repercussie vanuit de Eritrese gemeenschap - besloot mijn zorgen over Eritreeërs in Nederland publiekelijk te uiten [9]. Ik heb vele perspectieven en duidingen gegeven en deze vertaald naar essays, blogs etc. Zelfs over parallellen tussen de werkwijze van het regime in Eritrea, autoritaire praktijken in het Westen en de manier waarop Big Tech te werk gaan [10]. De meeste stukken zijn nog steeds relevant, of nu zelfs relevanter dan ooit. Voor journalisten en anderen op zoek naar context, perspectieven en duiding: alles wat ik te zeggen heb is te vinden in onderstaande referenties.

 

[1] Eritrea en Eritrese Vluchtelingen. COA boek Eritrea en Eritrese Vluchtelingen, 2017 

[2] Niets is wat het lijkt. Eritrese organisaties en integratie. DSP-groep, 2016

[3] Meeste Eritreeers worden niet gehoord. Opinie Parool, 2014

[4] Ze wonen hier in klein Eritrea. Interview Volksrant, 2015


Recent Posts
bottom of page